Taliban-strijders zouden vijftien Afghaanse werknemers van de Amerikaanse bewakingsfirma USPI gedood hebben in het district Bala Buluk in de provincie Farah in westelijk Afghanistan. Maar werknemers van USPI zeggen dat het niet om mensen van hun bedrijf gaat.
De beveiligers liepen in een hinderlaag van de Taliban. Dat heeft de gouverneur van de provincie Farah dinsdag gezegd. Er raakten ook vijf bewakers gewond. Bij de strijd werden zes Taliban gedood.
De bewakers escorteerden een konvooi tankauto’s met brandstof in het westen van Afghanistan dat op weg was van Herat naar een militaire post in Lashkar Gah, de hoofdstad van de provincie Helmand.
De Afghaanse politie zegt dat 9 andere veiligheidsmensen gewond raakten bij de aanval. Ze zijn overgebracht naar het ziekenhuis. De aanval vond plaats bij Baba Buluk in Farah.
Politiewoordvoerder kolonel Saydo Khan zei dat de bewakers voor de particuliere Amerikaanse firma US Protection and Investigations (USPI) werkzaam waren, die in Houston in Texas is gevestigd.
Politieversterkingen zijn naar het gebied gestuurd en daar gearriveerd en vechten met de Taliban in een dorp in de omgeving waar de aanval werd uitgevoerd.
Een woordvoerder van de Taliban eiste bij het persbureau Reuters de verantwoordelijkheid van de aanslag op namens zijn organisatie. Hij zei dat er 12 beveiligers zijn ontvoerd.
De woordvoerder zei dat er slechts twee Taliban-strijders werden gedood.
De politie zegt dat het om een burgerkonvooi ging met voorraden voor een militaire basis. Zes tot acht wagens met werknemers van de firma USPI escorteerden het konvooi toen de Taliban dinsdagmorgen vroeg de aanval openden.
De Taliban staken een van de tankauto’s in brand en namen een van de USPI-voertuigen mee.
USPI heeft in Afghanistan duizenden mensen aan het werk, vooral Afghaanse mannen die worden ingezet voor de bewaking van konvooien en gebouwen.
Maar twee werknemers van USPI waar de Associated Press contact mee opnam, zeiden op basis van anonimiteit, omdat ze geen toestemming hebben om met de media te praten, dat het niet om werknemers van USPI gaat.
Een werknemer zei dat Afghaanse functionarissen in het zuiden de gewoonte hebben om al de beveiligingsbedrijven als USPI te bestempelen, ook als ze dat niet zijn.
Generaal Khail Buz Sherzai, het hoofd van de provinciale politie van Farah, zei dat functionarissen niet zeker waren over de naam van de bewakingsfirma.
Hij bevestigde wel dat de tankwagens op weg waren van de westelijke stad Herat naar een militaire post in Lashkar Gah, de provinciehoofdstad van Helmand.
Verslaggevers zeggen dat de Taliban regelmatig konvooien aanvallen die militaire bases moeten bevoorraden in de regio. Ze hebben ook aanvallen uitgevoerd op voertuigen van de VN die voedsel en medicijnen vervoeren.
Veiligheid in Farah
Farah grenst aan de zuidelijke provincie Helmand die bekendstaat als een bolwerk van de Taliban. In de provincie Helmand is het grootste deel van de 7.800 Britse militairen gelegerd die in Afghanistan zijn.
Het afgelopen jaar is het in Farah steeds onrustiger geworden, aldus de BBC.
In september van dit jaar veroverden de Taliban het districtscentrum van Gulistan, dat later werd heroverd door het Afghaanse leger met behulp van de International Security Assistance Force.
Het provinciaal reconstructie team in Farah wordt geleid door de Verenigde Staten en behoort tot het Regionaal Commando West van de ISAF dat wordt geleid door Italië.
Afgelopen zomer maakte de Italiaanse commandant daarvan bekend dat zijn regio steeds meer wordt geteisterd door aanvallen en aanslagen.
Dus ondanks dat er berichten zijn over wederopbouwwerk in Farah, is de veiligheidssituatie er verslechterd, aldus verslaggevers.
Khak-i-Safed
De gouverneur van de provincie, Mohaiuddin Baluch, vertelde ook aan het persbureau AFP dat de Taliban maandagnacht een aanval uitvoerden in het district Khak-i-Safed.
Baluch zei dat de rebellen terug werden gedreven door de politie, en dat er drie van hen werden gedood.
Verslaggevers en militairen zeggen regelmatig dat Taliban afgelegen districten in Afghanistan innemen, maar ze niet in handen proberen te houden als er versterkingen worden gestuurd van Afghaanse en buitenlandse troepen.
